Een veelgestelde vraag bij de overweging van een warmtepomp is: “Werkt een warmtepomp nog voldoende in de winterse vrieskou?” Het antwoord is ja; warmtepompen zijn ontworpen om ook bij lage temperaturen efficiënt te functioneren. Toch zijn er enkele aandachtspunten om hun prestaties tijdens koude periodes te optimaliseren.
Warmtepompen onttrekken warmte uit externe bronnen zoals lucht, (oppervlakte) water of de bodem en zetten deze om voor verwarming van woningen, industrie, telers en distributiecentra. Zelfs bij vriestemperaturen bevatten deze bronnen nog steeds energie die door de warmtepomp kan worden benut. Bij zeer lage temperaturen moet de warmtepomp harder werken, wat kan resulteren in een hoger energieverbruik en een lager rendement.
Om bevriezing van het systeem bij lage temperaturen te voorkomen, wordt vaak glycol aan het water in de bron toegevoegd. Indien er gebruik gemaakt wordt van oppervlakte wordt er een temperatuur scheidingswisselaar (TSA) tussen de waterbron en de warmtepomp geplaatst, zodat het glycol niet gemengd wordt met het oppervlaktewater. Glycol is een antivriesmiddel dat het vriespunt van het water verlaagt, waardoor het systeem effectief blijft functioneren, zelfs bij temperaturen onder het vriespunt.
Sprinkler Energy past deze techniek toe door glycol te gebruiken in hun warmtepompsystemen. Dit zorgt ervoor dat zelfs bij zeer lage temperaturen energie kan worden onttrokken uit wateropslagen, zoals sprinklertanks, waterbasssins, watersilo’s en kanalen, zonder risico op bevriezing tijdens de periode van de winterse vrieskou.
Een warmtepomp functioneert ook in de winter effectief, indien het systeem op de juiste wijze is ontworpen op de warmtebehoeftes van de klant. Het gebruik van glycol in het systeem, zoals toegepast door Sprinkler Energy, voorkomt bevriezing en zorgt voor een betrouwbare warmtevoorziening, zelfs tijdens de koudste dagen.