Melkveehouders halen steeds beter voer van het land. Maar het lukt niet altijd om diezelfde kwaliteit ook voor het voerhek te krijgen. Net even meer aandacht te besteden aan het inkuilen en uitkuilen, kan dagelijks zo maar een paar kilogram melk per koe per dag extra opleveren. Hendrik Kornet van Kornet Beton uit Balk zet melkveehouders graag op het juiste spoor.
Op het bureau van Hendrik Kornet op de hoofdvestiging van Kornet Beton in Balk staan tal van ordners met daarop namen van landen uit alle windstreken van de wereld. Hij deelt zijn kennis op het gebied van voederwinning en -opslag wereldwijd en daardoor gaan ook de producten uit Balk de hele wereld over. “Als ze mij vragen, dan kom ik”, aldus de eigenaar van het bedrijf dat zich heeft gespecialiseerd in sleufsilo’s en afdeksystemen. “Maar ik breng niet alleen maar kennis naar het buitenland. Ik leer er ook veel. Ik zie bijvoorbeeld hoe ze het in Denemarken doen, op die grote bedrijven. Hoe je een koe in de massa goed voert. We hebben daar nu een klant die de eerste koeien boven de negentig liter per dag melken. Zij melken daar nu zo’n 1.400 koeien. Door de schaalvergroting zie ik melkveebedrijven bij ons ook steeds meer die kant op gaan.”
Kwaliteit op het land is vaak goed
Kornet ziet melkveebedrijven groter worden en de melkproductie per koe stijgen. Tegelijkertijd wordt het voor een melkveehouder lastiger alles qua arbeid rond te krijgen. Dit heeft ook invloed op de ruwvoerwinning, waarvan het belang onder invloed van regelgeving steeds belangrijker wordt.
“Melkveehouders hebben het op het land steeds beter voor elkaar. Er wordt bijvoorbeeld meer aandacht besteed aan op zijn tijd herinzaaien, kilveren, drainage en doorzaaien. De kwaliteit van het ruwvoer wordt steeds beter. Maar het is de kunst om deze kwaliteit ook bij de koe te krijgen. Het gaat erom het hele jaar door zo stabiel mogelijk te voeren. Een koe is een autist. Die wil gewoon het hele jaar hetzelfde hebben.”
Lasagnekuil voor vlakke curve
Om constant te kunnen voeren is Kornet voorstander van lasagnekuilen. “Je legt de eerste, eiwitrijke, snede op de bodem. Daaroverheen gaan de tweede, derde en eventueel vierde snede met een boel structuur. Dan de herfstsnede, die ook rijk is aan eiwit en meestal zwaarder is, waardoor het gras mooi op de overige snedes drukt. Zo krijg je een mooie kuil, die je het hele jaar door kunt voeren. Ik hoor ook wel van melkveehouders dat ze eerst de eerste snede voeren in combinatie met structuurrijk product. Dat melkt volgens hen dan als een tierelier. Maar dan komen ze met de tweede snede aan het voeren en moeten ze eiwit bijkopen. De koeien zakken in productie en dat halen ze in de lactatie nooit meer bij. Dan kun je rustig gaan wachten op het volgende kalf. Melkveehouders doen er goed aan om de lactatiecurve zo vlak mogelijk te houden. Dan mis je het minst aantal liters melk.”
Om het jaar door constant te kunnen voeren én te kunnen inkuilen adviseert Kornet melkveehouders drie sleufsilo’s te gebruiken. Eentje om uit te voeren en twee om in te kuilen. Waarom twee? “Heel simpel. Inkuilen gaat steeds sneller. Door grotere machines en grotere percelen is de loopsnelheid vanuit het land de afgelopen jaren hard toegenomen. Als je één sleufsilo hebt, met één shovel of aanrijtrekker, dan verzuipt die chauffeur in het materiaal. Gevolg: het aanrijden gebeurt niet goed en het gras wordt niet goed gecomprimeerd. Er blijft teveel zuurstof achter, wat broei in de hand werkt. Met twee sleufsilo’s is er ruimte voor twee shovels of aanrijtrekkers. Want niet de capaciteit van de hakselaar of de opraapwagen is de bottleneck, maar de capaciteit op de kuil. Vaak zie je bij loonbedrijven dat de meest ervaren man op de hakselaar zit. Die zou eigenlijk op de bult moeten zitten.”
Wat aanrijden betreft ziet Kornet veel voordelen van de inkuilwals. “Hij maakt het gras over zijn gehele oppervlakte zuurstofarm. Het wordt gelijkmatig snel aangedrukt. De inkuilwals is continu aan het inrijden zodat
het product optimaal verdicht wordt. Mede door de inkuilwals wordt het gras veel vlakker ingekuild en door de ongeveer acht centimeter schoepen is de druk per vierkante centimeter enorm hoog. Vooral met grasproduct boven de veertig à 45 procent drogestof is de inkuilwals vaak effectiever dan een inkuilmiddel. Dit geldt vooral bij het structuurgras dat moeilijk aanrijdt en gevoelig is voor inkuilmiddelen.”
In de praktijk ziet Kornet wat er gebeurt als een kuil niet goed wordt aangereden. “Normaal ligt de temperatuur van een graskuil tussen de zestien en 25 graden Celsius. Maar bij een niet goed gecomprimeerde kuil ligt de temperatuur al snel tussen de 35 en veertig graden. Zeker in de middenlaag die uit structuurgras bestaat kun je dat tegenkomen. Broei betekent dat er eiwitten en suikers verbranden, de kracht gaat uit het ruwvoer. Van de mooie kwaliteit die je van het land hebt gehaald, blijft weinig meer over. Dit terwijl goed ruwvoer zo ontzettend belangrijk is. Voor de productie, voor de diergezondheid, om te kunnen besparen op krachtvoerkosten. Natuurlijk, je kunt veel compenseren met bijproducten. Maar ook die kosten geld, en niet onbelangrijk, arbeid.”
Ook bij voeren profijt van smalle sleufsilo’s
Een ander voordeel van werken met drie sleufsilo’s in plaats van met één is dat ze smaller zijn. Daardoor blijft de voersnelheid op peil. Om broei voor te zijn moet deze één à anderhalve meter in de week zijn. Om de lasagnekuil zo uniform mogelijk op te voeren, geeft Kornet de voorkeur aan een freesvoermengwagen. “Het ruwvoer moet zo homogeen mogelijk, met het eiwitrijke en structuurkuil optimaal gemengd bij het voerhek liggen. Dat kan met een freesvoermengwagen, omdat je daarmee een hele baan van boven naar beneden kunt laden. Nadeel is dat het meer brandstof kost. Maar die extra brandstofkosten verdien je gemakkelijk terug in de extra liters melk van de koe.
Inkuilsysteem kan het verschil maken
Met zijn medewerkers heeft Kornet de afgelopen jaren flink geïnnoveerd in ruwvoeropslag en afdeksystemen. De sleufsilo’s van Kornet Beton kenmerken zich onder andere door hun optimale afwatering, waarbij perssappen en hemelwater snel worden afgevoerd. Zodat de silo weer snel schoon en watervrij blijft. De vloeren van de sleufsilo’s liggen op afschot naar één zijde. Water wordt via een afvoer door de silo-elementen en vervolgens door een buizenstelsel afgevoerd. Zo blijft het product mooi droog. Het ingekuilde product is lucht- en waterdicht af te sluiten, zeker in combinatie met het afdeksysteem van Kornet Cover Solutions (KCS). Dit bestaat uit gepatenteerd elastisch kleed met een gewicht van 1,7 kilogram per vierkante meter, wat met behulp van een afdekmachine kan worden aangebracht. Het kleed bevat slurven die na het inkuilen vol water kunnen worden gepompt om het eenvoudig te verzwaren. Bij tussentijds inkuilen kan het kleed gemakkelijk van en weer op de bult worden aangebracht. Zodra de laatste snede is ingekuild, wordt het kleed over de bult gelegd. “Na drie à vier dagen zie je hem dan vacuüm trekken, vertelt Kornet. “Je ziet de contouren van de bult. Tijdens het conserveren van het ruwvoer mag er geen zuurstof meer bij komen. Dat gebeurt bij ons kleed dan ook niet. Het ligt gestretched. Bij andere kleden zit er vaak iets beweging in. Dat trekt zuurstof aan, waardoor suikers en eiwitten verbranden. Dat zie je aan de melkproductie, maar je ruikt het al als je de kuil openmaakt. Als je een kuil met een kleed van ons opent, komt de zoete geur je tegemoet, daar waar het bij andere afdekmethodes de kuilen vaak neutraal ruiken.”
Snel terugverdiend
Kornet vertelt dat de meeste veehouders met interesse voor zijn systeem hem bellen vanwege de arbeidsbesparing. “En die heb je, dat is een ding wat zeker is. Daarnaast bespaar je kosten voor zaken als plastic, banden en slurven. Met ons afdeksysteem ben je jaarlijks per sleufsilo ongeveer 4.000 euro goedkoper uit dan bij traditioneel kuil afdekken. Maar wat nog belangrijker is, de kwaliteit van je product gaat omhoog. Een lasagnekuil met optimale conservering kan zorgen voor twee liter melk per koe per dag extra. Voor een bedrijf met 330 koeien betekent dat bij een melkprijs van 45 cent bijna 95.000 euro extra bij 320 melkdagen”, rekent hij voor. Doordat het kleed herbruikbaar is en perssappen op een verantwoorde manier worden afgevoerd, valt het afdeksysteem van Kornet onder de MIA/VAMILregeling. “Dit kan de investering extra interessant maken”, besluit Kornet, die zijn kennis ook deelt via www.kornetbeton.nl.