De nieuwe Omgevingswet moet het voor gemeenten makkelijker maken om economische bedrijfsontwikkeling toe te staan, maar in de praktijk is juist het tegenovergestelde het geval. Gemeenten zijn te bang voor procedures van omwonenden en besluiten daarom eerder om de vergunning, maar niet te verlenen. Een gedegen voortraject voor de vergunningaanvraag wordt daarom steeds belangrijker.
Per 1 januari is de nieuwe Omgevingswet ingegaan. Veel bevoegdheden op het gebied van ruimtelijke ordening en milieu die voorheen bij het Rijk lagen, zijn nu verschoven naar de gemeenten. Die krijgen daardoor meer ruimte om ontwikkeling van bijvoorbeeld agrarische bedrijven mogelijk te maken. Tegelijkertijd krijgen ook omwonenden een zwaardere stem in de plannen en worden zij er eerder bij betrokken ook bij een wijziging van het bestemmingsplan.
Voorheen konden gemeenteambtenaren zeggen: we keuren deze aanvraag goed, want het plan voldoet aan alle landelijke eisen. Tegenwoordig moeten die ambtenaren zelf de belangen van alle partijen afwegen. Ook een gebrek aan kennis over bijvoorbeeld emissies zorgt vaak voor een voorzichtige houding. Uit angst voor slepende bezwaarprocedures trappen gemeenten nu eerder op de rem. Daarmee vormt de nieuwe wet een risico voor economische groei. Ook ontwikkeling van duurzame initiatieven, gericht op het terugdringen van emissies, zal hierdoor stagneren.
Het is voor ondernemers daarom cruciaal om de buurtbewoners in een vroeg stadium bij de plannen te betrekken en actief met hen mee te denken. Daarnaast zullen ze kwalitatief goed onderbouwde rapportages bij de gemeente moeten indienen, waarin bijvoorbeeld ook afspraken staan over controle en onderhoud van apparatuur. Als een gemeente ziet dat een bedrijf goed ligt in de buurt zullen ze eerder geneigd zijn om een vergunningaanvraag goed te keuren. Adviseurs kunnen ondernemers daarin begeleiden, als schakel tussen opdrachtgever, omgeving en gemeente.
Bovendien vragen ook banken vaak meer zekerheid voor ze een financieringsvraag goedkeuren. Het zwaartepunt bij bedrijfsontwikkeling verschuift hierdoor steeds verder naar voren. Een goed voortraject wordt cruciaal. De ondernemers die hier goed oog voor hebben, zullen zich hier de komende jaren in onderscheiden.