Bio Kwekerij Frank de Koning is een modern biodynamisch glastuinbouwbedrijf in Voorne-Putten (Zuid-Holland). Teeltmanager Wim van Marrewijk streeft met zijn teeltstrategie naar de grootst mogelijke weerbaarbaarheid in het gewas.
Op vier locaties met een totaal van 11,4 hectare worden er bij Biokwekerij Frank de Koning diverse soorten paprika, tomaat, komkommer en andere biologische en biodynamische kasgroenten geteeld. De productie geschied volledig volgens de strikte eisen van de SKAL en Demeter certificeringen.
Wetenschappelijke benadering
“We zijn het grootste biodynamische glastuinbouwbedrijf van Nederland”, vertelt Teeltmanager Wim van Marrewijk met gepaste trots. Van Marrewijk is al ruim 25 jaar actief geïnteresseerd in de bioteelt, en sinds 2017 verbonden aan het bedrijf van Frank de Koning. “Aan de buitenkant ziet dit bedrijf er misschien uit als een conventionele kas, maar we werken heel duidelijk vanuit het biologische en biodynamische gedachtegoed. Denk hierbij aan de kringloopgedachte en de samenhang tussen planten, bodem en kosmos. We werken bijvoorbeeld met preparaten die ervoor zorgen dat er levenskracht in het gewas komt. Dat klinkt misschien allemaal een beetje zweverig, maar als je het goed onderzoekt dan zie je dat het wetenschappelijk allemaal wel klopt. En het feit dat we het kwalitatief en kwantitatief gelijk zijn aan, of het soms zelfs beter doen dan de conventionele teeltbedrijven, is daarvan het ultieme bewijs.”
Telen met risico’s
Van Marrewijk is als teeltmanager verantwoordelijk voor de productieresultaten in de kas. Hij streeft erna om elk jaar de teelt naar een hoger plan te brengen. Hij loopt daarbij vaak tegen grote uitdagingen aan. “In de bioteelt heb je met veel meer risico’s te maken dan in een conventionele teelt. De risico’s zijn tevens groter omdat je veel minder correctiemogelijkheden hebt. Doe je het goed, dan valt er een goede boterham te verdienen. Maar je kan ook van de een op andere dag te maken krijgen met enorme uitdagingen. Zo waren er afgelopen jaar achtereenvolgens problemen met slakken en met luis. Dan beland je van de regen in de drup en kan je zomaar ineens heel veel productie verliezen. Ook dat hoort erbij.”
Klimatologische uitdagingen
In de biologische teelt wordt gebruik gemaakt van compost en organische meststoffen, is het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen uitgesloten en worden allerhande preparaten uit de Demeter-leer toegepast. In Europa is de bioteelt bovendien uitgesloten van het telen op substraat. Dit betekent dat het gewas direct in de kasgrond dient te staan, en de planten hun voeding uit het ecosysteem in de grond halen. Van Marrewijk; “In deze teelt heb je te maken met andere klimatologische omstandigheden en uitdagingen. Dit vraagt niet alleen om een andere teeltstrategie, maar soms ook om een andere keuze in de techniek of de manier waarop je die techniek in zet.”
Schermstrategie
Een van de bijzondere keuzes en strategieën die Van Marrewijk op de biokwekerij hanteert, is de schermstrategie. In een van de kassen met een diffuus dek (haze 70) is een dubbele scherminstallatie gemonteerd met daarin twee diffuse energieschermen. Als gevolg van de schade die het bedrijf opliep tijdens een windhoos in April 2020, is begin 2020 het onderste doek vervangen met het RES 10 D FR energiescherm van Ridder. In het begin van het teeltseizoen is er een belangrijke rol weggelegd voor de scherminstallatie; “Tot eind april moeten wij ervoor zorgen dat wij meer temperatuur in de kas krijgen dan een teelt zonder diffuus glas. De zon staat in die periode nog te laag en het opwarmen van het gewas duurt dan te lang. Daarvoor is een scherm met een hoge energiewaarde nodig omdat wij er voor moeten zorgen dat onze plant relatief snel op temperatuur is.”Aan de andere kant wordt de combinatie van het diffuse energiescherm en het diffuse kasdek ook gebruikt om het aller scherpste van de dag tijdens de zomer weg te schermen. “Daarmee zorgen we ervoor dat de plant in staat blijft om zichzelf te koelen. Zo halen we in onze ogen het maximale uit het par licht en daarmee de activiteit van de plant op een dag. De filosofie is dus echt het maximale eruit te halen en de piek af te vlakken met het scherm.”
Keuze van schermdoek
Bij de renovatie van de scherminstallatie installeerde installateur A1 Tuinbouwtechniek op verzoek van de biokwekerij een doek van Ridder. Van Marrewijk; We speelden al langer met het idee om eens naar een ander doektype te kijken. Met name als gevolg van algenvorming op het doek. Per plant hebben we immers we zo’n 250 tot 400 liter substraat in de vorm van bodem beschikbaar, waardoor er veel vocht in de kas aanwezig is. We hebben twee jaar lang een kleine proef gedaan met een doek van Ridder en dit type doek bleek beter bestand tegen onze teeltomstandigheden; het werd niet groen en zag er na twee jaar nog prima uit. Ook qua lichtdoorlatendheid zag dit doek er nog goed uit. Vandaar dat we bij de renovatie besloten hebben om het RES 10 D FR energiedoek van Ridder te laten installeren.”
Energiebesparing vs. Gewasoptimalisatie
Bij de keuze van het nieuwe energiedoek waren de energiebesparende eigenschappen van het doek niet de primaire drijfveer voor Van Marrewijk. “Bij het aanschaffen van een energiedoek kijkt men vaak naar de energiebesparende eigenschappen van een doek. Op zich best logisch natuurlijk. Maar als er mij als teler een ding is wat me niet interesseert dan is dat energiebesparing. Natuurlijk dienen de energiebesparende eigenschappen van een scherm in orde te zijn. Maar energiebesparing in de teelt moet in relatie tot de plantkwaliteit staan. Voor ons gaat het primair om de gewasoptimalisatie en hoe je de groei zo goed mogelijk kan conditioneren. Ik vind het bijvoorbeeld veel belangrijker dat ik een gewas kweek waar weerbaarheid in zit. Ook dat speelt mee in de keuze van het schermdoek en in onze schermstrategie.”